Onze antwoorden

64.    De afstand =384 450 km    de snelheid = 299 792 458 m/s

tijd = afstand : snelheid, dus 384 450 : 299 792 458 = 1,3 s.

65.    Wij wisten niet zo goed hoe we deze opdracht moesten aanpakken.

66.    We zien de letters scherp:

        Bij een plat-bolle lens met een diameter van 9 cm: 12cm.

        Bij een bol-bolle lens met een diameter van 9 cm:12 cm.

        Bij een bol-platte lens met een diameter van 6,5 cm: 8,5 cm.

        Bij een plat-bolle lens met een diameter van 3, 75 cm:8 cm.

        Bij een vergrootglas met een diameter van 6, 75 cm:7 cm.

67.    Een beeld keert zich om als het twee kanten van het prisma raakt.

het beeld zier er dan zo uit:

(het lukte ons niet meer om een afbeelding erbij te krijgen, want op de een of andere manier deed die dat niet! Onze excuses hiervoor)

68.    Wij zagen het beter met de verrekijker met een vergroting van 7x50 dan van 8x21.

69. a         Wij hadden bij de eerste keuze f=1,0 cm, bij de tweede f=500mm en bij de laatste80 mm.

b      Door f=1 en f=500 te nemen voor de telescoop.

c      Dus kan je het beste die van80 mmpakken.

70.    Uitspraak II en V kloppen.

71.    a Verrekijker B

        b Verrekijker A, want die heeft de grootste diameter.

72.    a plaatje D

        b plaatje A

        c Het beeld bij de verrekijker draait helemaal om.

73.    B

74.

 

Mercurius

Venus

Aarde

Mars

Jupiter

T

0.24

0.61

1.00

1.88

11.9

r

0.39

0.72

1.00

1.52

5.20

0.058

0.37

1.00

3.53

142

0.059

0.37

1.00

?

?

 

75.    Afstand= ³√29,5² = 9,5. Er stond geen planeet in de tabel die er mee overeenkwam.

76.    Omdat de maan niet om de zon draait, maar om de aarde.

77.    In 9 dagen 4,72º. Dus 360º in 686 dagen. Dit is 1,88 jaar. Vul je dit in in de formule van Keppler dan vind je een afstand van 1,52 AE. afstand = 3 1,882 = 3 3,5344 = 1,52 Dit moet Mars zijn (zie blz. 178).

80. (hierbij is het weer niet gelukt om die afbeelding erbij te krijgen. Onze excuses hiervoor! Mocht je die afbeelding wel willen zien, moet je naar www.google.nl gaan en intypen: prisma. Het eerste beste plaatje wat u tegenkomt is juist.)

81.    In het ster spectrum zie je op de plek waar waterstof lijntjes heeft ook lijntjes. Maar waar Helium lijntjes heeft, heeft het ster spectrum geen lijntjes.

82.    Met een telescoop kun je inzoomen op de ster en door een prisma achter de telescoop te houden kun je het spectrum van de ster   bekijken.

83.    Betelgueze is een oranjerode ster.

        Onze zon is geelwit.

        En Mintaka is blauwwit.

84.    Ja, dat is zo. Want onze zon is bijvoorbeeld een andere kleur dan de ster Mintaka.

85.    In augustus vliegt de aarde door een wolk van door een komeet achtergelaten materiaal. De brokstukken in deze wolk heten meteoroïden. Zodra zo’n brokstuk in de dampkring komt, ontstaat er door interactie met de lucht enorm veel warmte. Dit zie je als een lichtspoor. Dit heet meteoor, of ‘vallende ster’. Wat er eventueel nog op aarde terecht komt van het brokstuk heet meteoriet.

86. a         Een vallende ster zie je alleen in de damkring en de maan heeft geen dampkring. Dus je ziet geen vallende sterren als je op de maan bent.

     b  Een groot deel van het aardoppervlak is water, meteoren die daar op vallen zie je niet. Om de maan is geen water, dus zie je elke inslag.

87.   Een meteoor is een brokstuk van een komeet met een lichtspoor(vallende ster). Op het moment dat de meteoor op aarde valt, heet het een meteoriet.